donderdag 9 oktober 2014
Zo moet het dus absoluut niet...
Dit stond vandaag in de telegraaf, zo moet het dus absoluut niet.
vr 10 okt 2014, 07:15
Lijfstraffen nog altijd schering en inslag op Chinese sportinternaten
Pats, dat zal hem leren!
Luuk Blijboom
NANNING -
Pats! Het stiekeme inkijkje vanaf de straat door de besmeurde en getraliede ramen van het Guangxi Sportinstituut in het centrum van Nanning biedt op deze vroege ochtend geheel toevallig een weinig verheffend inkijkje in de wereld van het Chinese turnen.
Chinese kinderen worden constant gepijnigd, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.
Foto: info@sport2visuals.com
In een donkere zaal valt een jongetje te ontwaren, amper twee turven hoog en slechts gekleed in een onderbroekje. Naast hem staat een man, kortgeschoren en met de hand boven het hoofd. Hij dreigt. Hij zwaait. Hij haalt uit. Pats! Pats!
Zonder een spier te vertrekken incasseert het ventje drie niet misselijke klappen tegen zijn achterhoofd die voor de argeloze voorbijganger bijna voelbaar zijn. Dit is zijn verdiende loon. Moet hij tijdens de oefening maar niet op de mat gaan liggen om uit te rusten.
Wie niet horen wil, moet voelen. Zeker in China. Omdat de aframmeling blijkbaar niet volstaat, moet het ventje voor straf ook nog op de grond zitten. Allesbehalve zachtzinnig grijpt de trainer zijn spillebeentjes. Hij spreidt ze, legt de blote voeten boven op twee krukjes, gaat achter het jochie staan en drukt met zijn volle gewicht het tengere bovenlichaampje plat op de vloer. Dat zal hem leren!
Openheid is nog altijd een betrekkelijk begrip in de snel veranderende Volksrepubliek. Uiteráárd, zo had het Chinese ministerie van sport daags tevoren laten weten, zijn westerse media van harte welkom om een kijkje te nemen in deze kraamkamer van het Chinese turnen. Waarom niet?
Maar wie wil weten hoe het er achter de façade werkelijk aan toe gaat, blijkt zich dus een half uur vroeger dan aangekondigd op de afgesproken plek te moeten melden. Een blik door de ruit leert dat één van Mao’s belangrijkste lijfspreuken in de Chinese sport in ieder geval geen opgeld doet. ‘Doe nooit iets waarvan je wenst dat het onbekend blijft’.
Van hun 6e tot hun 11e jaar zitten de dertig grootste turntalenten van de provincie Guangxi in het internaat. Omwille van een grootse sportcarrière staan de ouders hun kinderen met graagte af. Contact met de familie is, door de vaak duizenden kilometers afstand, slechts sporadisch mogelijk. En dat alles om in de voetsporen te treden van Li Ning, de grootste Chinese turner uit de geschiedenis.
Het was in deze school in het centrum van Nanning dat de kleine Li Ning de basis legde voor zijn imposante carrière. Op de beduimelde vloer moeten de vlekken van zijn bloed, zweet en tranen nog zichtbaar zijn. Het waren andere tijden toen hij hier in 1969 als 6-jarig jongetje uit de provinciestad Luizhou binnenstapte. Het was de periode dat Chinezen vanwege het ontbreken van topsportcultuur schamper de zieken uit het Verre Oosten werden genoemd.
Achter deze deuren groeide de kleine doorzetter Li Ning uit tot de eerste olympische sportheld van China. Vijftien jaar nadat hij er binnen stapte, won hij in Los Angeles, tijdens de eerste Spelen waaraan China deelnam, goud op vloer, voltige en ringen.
Vochtplekken op de muur verklaren de muffe geur die er hangt. Zover het oog reikt, bladdert de verf. De rekstok is verroest, het leer van de pegasus gescheurd. Op de muur staat een tekst die de kinderen leert waar hun lijdensweg eindigt. ‘Dit is de wieg van olympische kampioenen’.
Beminnelijkheid en mededogen zijn er onbekende begrippen. Meisjes die amper 5 jaar oud lijken, worden door hun begeleiders net zo lang in een spagaat geduwd tot de tranen in hun ogen springen. Minutenlang loopt een groep jongens door de zaal, als waren ze balletdansers op spitzen. Met als grote verschil dat deze kinderen geen schoeisel dragen, maar balanceren op de bovenkant van hun tenen.
Een jochie dat na een oefening op sprong verkeerd landt en trillend van de pijn om hulp smeekt, wordt door de leiding straal genegeerd. Slechts een handjevol nieuwsgierige lotgenootjes bekommert zich om het snikkende ventje.
Wie de wereld wil veroveren, zal daarvoor offers moeten brengen. Mao schreef het al in zijn Rode Boekje. ‘Revolutie is geen etentje met gasten’. Ooit kwam in China macht uit de loop van een geweer. In het turnen komt die uit de arm van een boze coach.
Abonneren op:
Posts (Atom)